Textiel is één van Hedgehog's focus sectoren; het is een sector met een grote milieu-impact. In dit interview deelt co-founder Saro Campisano de duurzaamheidsuitdagingen voor deze sector, en hoe textielorganisaties stappen kunnen zetten naar duurzaamheid.
Waarom is duurzaamheid belangrijk voor de textielsector?
De textielsector is een sector met een enorme omvang. En, mede daardoor, is het ook een sector met een enorme milieu- impact. Dus elke winst die hier gemaakt kan worden, doet er echt toe.
Het is ook een sector die voorop loopt wat betreft duurzaamheid wetgeving; organisaties zullen de komende jaren aan verschillende (inter)nationale wet- en regelgeving moeten gaan voldoen.
Tegelijk is het een sector die vol onder een vergrootglas ligt; in de media, maar ook bij consumenten. We hebben allemaal gehoord van de negatieve impact van fast fashion: verhalen over de enorme berg textielafval, de impact van online shop-gedrag, maar ook over sociale duurzaamheid, zoals de arbeidsomstandigheden in fabrieken.
Het bewustzijn over deze onderwerpen neemt toe, en daarmee wordt er van producenten verwacht dat ze hun verantwoordelijkheid nemen en zorgen dat hun impact positiever wordt. Dit horen wij ook van onze klanten uit deze sector: klanten en stakeholders vragen meer en meer om duurzaamheidsinformatie.
Textiel is één van de focus-sectoren van Hedgehog Company, en we begeleiden hier verschillende organisaties (internationaal) naar duurzaamheid. Dit zijn bijvoorbeeld producenten (B2C en B2B) of kledingmerken.
Welke duurzaamheids-uitdagingen spelen er in de textielsector?
De textielsector kenmerkt zich door complexe productieketens, die zich over de hele wereld uitstrekken. Het is voor producenten moeilijk om precies te achterhalen waar en hoe elke stap wordt uitgevoerd.
Dat is wel echt een hele grote uitdaging. Want producenten hebben contracten en relaties met bepaalde bedrijven en ateliers, die vaak in Azië gevestigd zijn. Maar die partijen zetten het werk ook weer verder uit bij andere ateliers. En daar heeft de producent geen tot weinig zicht op. Tot nu toe kunnen bedrijven zich hierachter verschuilen. Maar door regelgeving zal het steeds moeilijker worden om de ogen te sluiten voor wat er hier gebeurt.
Verder hebben veel gebruikte materialen een grote milieu-impact; denk aan katoen, polyester, maar ook de kleurstoffen en andere chemicaliën die gebruikt worden bij de productie.
Het is een sector met een gigantische omvang: veel vraag, en veel aanbod. En dat heeft allerlei consequenties. Op dit moment is het bijvoorbeeld heel moeilijk voor producenten om aan biologisch katoen te komen. Er is simpelweg te veel vraag naar; op zich is dat een positieve ontwikkeling, maar dit heeft dus wel als gevolg dat producenten vaak voor niet-biologisch katoen moeten kiezen. Uiteraard heeft biologisch katoen ook een milieu- impact, maar bij de productie is bijvoorbeeld wel minder kunstmest of pesticiden nodig.
En een uitdaging ontstaat door het verdienmodel van fast fashion: duurzaamheidsdoelen stroken niet met dit businessmodel. Maar zolang er vraag is, zullen producenten zo blijven produceren. En andersom geldt ook: zolang er aanbod is, zullen consumenten dit kopen. Het is een kip-of-ei-vraag, waarbij hopelijk zowel producenten als consumenten duurzame keuzes gaan maken.
Welke duurzaamheids-uitdagingen spelen er in de textielsector?
Een voorbeeld is de Product Environmental Footprint (PEF). Dat is een nieuwe LCA-methodiek. De PEF is ontwikkeld in opdracht van de Europese Commissie en de textielsector is één van de eerste sectoren waar de PEF gaat gelden. Lees meer over de PEF.
Volgens de PEF moeten alle LCA’s binnen de textielsector straks op dezelfde manier gedaan worden. Wat als voordeel heeft dat je producten goed met elkaar kunt vergelijken.
Een ander voorbeeld is het Digitale Productpaspoort,.Dit is onderdeel van de wetgeving Eco Design for Product (ESRS). Ook hier is textiel één van de eerste sectoren waar dit in gaat, samen met consumentenelektronica en batterijen. Producenten moeten digitale informatie in een uniek product label toevoegen, met de gedetailleerde productinformatie over de duurzaamheid van het product en over de hele value chain.
Sinds de zomer van 2023 geldt in Nederland de UPV Textiel Daarmee zijn producenten verantwoordelijk voor de inzameling, recycling, hergebruik en de afvalfase van de producten die ze op de markt brengen. Producenten moeten deze stappen ook gaan betalen. Via de UPV worden producenten bovendien gestimuleerd om meer gerecycled textiel te gebruiken in hun producten.
Levensduurverlenging is ook onderdeel van de ESRS, producenten worden straks verplicht verantwoordelijkheid te nemen voor hun kleding na gebruik door de consument. Daarmee is het voor producenten ineens van belang dat hun producten zo lang mogelijk meegaan.
En het is nu nog een uitdaging om de producten aan het einde van hun levensduur weer te recyclen. Wie gaat dat recyclen? Want kleding wordt in een algemeen punt ingezameld, en niet specifiek bij de producent. Het is wel een uitdaging om de cirkel rond te krijgen.
Wat kan een textiel organisatie doen om te verduurzamen?
De eerste stap is inzicht krijgen in je impact. Dit is interessant voor de organisatie zelf, je consumenten, maar bijvoorbeeld ook voor je investeerders. En door op een effectieve manier inzicht te krijgen in je impact, kun je ook stappen zetten om deze impact te reduceren. En je te onderscheiden van je concurrenten.
Vaak vragen klanten ons om de impact op productniveau te bepalen door een Life Cycle Assessment (LCA), en deze inzichten aan te vullen met een berekening van de carbon footprint van hun organisatie; de bepaling van de totale omvang van alle broeikasgasemissies die op bedrijfsniveau vrijkomen.
Het is leuk om te zien dat veel klanten, na de oplevering van onze resultaten, zelf verder willen; ze gaan zelf ontwikkeling van hun emissies monitoren, ze willen elk jaar een carbon footprint berekenen om te zien of hun impact toe- of afneemt, of ze willen ook LCA’s voor hun andere producten gaan doen.
Een LCA voor je organisatie; wat levert dit op?
Een LCA geeft de totale milieu-impact van een product weer, over alle fasen van de levensloop. Zo weet je ook waar in je proces de grootste impact ontstaat. Een LCA kijkt naar de winning van de grondstoffen, productie, transport, en het gebruik door de consument.
Je impact houdt namelijk niet op na je productie, in de gebruiksfase door de klant ontstaat ook impact; in het wassen en strijken. Dus verduurzamen is iets waar zowel producent als consument samen stappen in moeten zetten.
Communicatie hierover is goed voor de binding met je consumenten. Eén van onze klanten, Studio Anneloes, heeft QR-codes toegevoegd aan hun producten, via welke klanten de inzichten uit de LCA te zien krijgen. Ze weten dan precies welke milieu-impact ontstaat bij de productie van het product: hoeveel kilowattuur energie, hoeveel liter water en hoeveel kilo CO2.
De uitdaging is wel om dit zo te communiceren dat het de consument ook iets zegt, door het begrijpelijk en concreet te maken. Want een impact van bijvoorbeeld 2.5 kg CO2 zegt veel consumenten niks.
Je kunt een LCA ook gebruiken om de milieu-impact van verschillende productieprocessen met elkaar te vergelijken. Dit hebben we bijvoorbeeld gedaan voor een schoenenfabrikant, die één model in Portugal produceert en één model in Azië.
Een LCA kan je behalve milieuwinst ook financiële winst opleveren; want door stappen in je productieproces efficiënter te maken of te veranderen, kan je besparen op je energie, verpakkingskosten of transport. En de inzichten geven je sturing in gesprekken met leveranciers: als bijvoorbeeld je grootste impact bij je leveranciers vandaan komt, kun je met hen gaan zitten om te kijken hoe die impact omlaag kan.
Meer weten? Vraag een gratis adviesgesprek van 30 minuten aan met één van onze duurzaamheidsexperts.