Klimaatverandering is een van de grootste uitdagingen van deze tijd. De opwarming van de aarde wordt voornamelijk veroorzaakt door de uitstoot van broeikasgassen zoals koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O). Deze gassen veroorzaken een versterkt broeikaseffect, wat leidt tot een stijging van de temperatuur op aarde. Verminderen we de uitstoot dan kunnen we de opwarming van de aarde beperken.
Bedrijven spelen een belangrijke rol in de beperking van deze temperatuurstijging omdat zij verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de uitstoot. Daarom is het GHG-protocol (Greenhouse Gas Protocol) ontworpen. Dit protocol biedt bedrijven wereldwijd een standaard voor het meten en rapporteren van hun CO2-emissie. Het GHG-protocol maakt onderscheid tussen drie categorieën van emissies: Scope 1, Scope 2 en Scope 3 waar elk type uitstoot onder valt. Spoiler… verreweg de meeste uitstoot valt onder scope 3!
Wat is het GHG-protocol?
Het GHG-protocol is ontstaan uit de behoefte om een gestandaardiseerde en betrouwbare manier te ontwikkelen voor bedrijven en overheden om de uitstoot van broeikasgassen te meten en te rapporteren. Het protocol werd in 1998 ontwikkeld door het World Resources Institute (WRI) en de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD). Sindsdien is het protocol uitgegroeid tot de wereldwijde standaard voor klimaatrapportage. Dat is handig want het helpt bedrijven, overheden en organisaties om hun emissies op een transparante en consistente manier te meten en biedt een gezamenlijke methodologie voor het berekenen van de uitstoot. Hierdoor kunnen bedrijven hun investeerders, klanten en andere stakeholders op een juiste manier informeren over de vermindering van hun milieu-impact.
Wat zijn scopes?
De emissies van een bedrijf kunnen worden onderverdeeld in drie categorieën, bekend als 'scopes'. Scope 1, Scope 2 en Scope 3 verwijzen naar de verschillende emissiebronnen van een bedrijf en waar deze zich bevinden in de waardeketen.
Scope 1: directe emissies
Scope 1 emissies zijn de <b>directe emissies</b> die ontstaan door de activiteiten van een bedrijf. Dit zijn de emissies die direct voortkomen uit de verbranding van brandstoffen of andere processen binnen het bedrijf zelf. Scope 1-emissies kunnen relatief eenvoudig worden gemeten en verminderd, omdat het bedrijf zelf verantwoordelijk is voor deze bronnen.
Voorbeelden:
- Verbranding van brandstoffen door het bedrijf zelf, zoals gas voor verwarming (in m2).
- Vervoer met bestelwagens, vrachtwagens of personenauto's die het bedrijf leaset of in eigendom heeft (in liters brandstof)
- Broeikasgasemissies van productieprocessen binnen het bedrijf. Zoals methaanemissies bij de productie van staal of cement. (in m2)
- Koel- en koudemiddelen (in kg)
Scope 2: Indirecte emissies door energieverbruik
Onder Scope 2 vallen de indirecte emissies die voortkomen uit het verbruik van ingekochte energie. Dit gaat om elektriciteit, stoom, warmte of gekoelde lucht die door externe partijen wordt geproduceerd, maar door het bedrijf wordt ingekocht. Hoewel het bedrijf deze energie zelf niet produceert, heeft het wel invloed op de emissies door keuzes te maken over de inkoop van energie. Dus de emissies die ontstaan uit de productie van deze energie worden indirect door het bedrijf veroorzaakt.
Voorbeelden van Scope 2-emissies zijn het verbruik van elektriciteit voor verlichting en machines en het gebruik van externe verwarming of gekoelde lucht voor kantoren of fabrieken. Verwarm je je kantoor bijvoorbeeld met gas, dan verbrand je de brandstof op de lokatie, daarom valt dit onder scope 1. Als het kantoor elektrisch wordt verwarmd en deze elektriciteit afkomstig is van een energiecentrale die op fossiele brandstoffen draait, dan vindt de verbranding elders plaats en valt deze emissie daarom in scope 2.
Het verminderen van scope 2 emissies is relatief eenvoudig, bijvoorbeeld door over te schakelen naar hernieuwbare energiebronnen, zoals zonne- of windenergie. Dit kan door het aanleggen van zonnepanelen op het dak van het bedrijfsgebouw of bijvoorbeeld over te stappen naar een duurzame energieleverancier.
Voorbeelden van scope 2-emissies zijn:
- Elektriciteit gebruikt door machines in fabrieken
- Elektriciteit gebruikt voor computers of machines
- Elektriciteitsverbruik van bedrijfslaadstations voor elektrische auto's
- Stadsverwarming
- Zakenreizen (trein of eigen auto)
Scope 3: Overige indirecte emissies
Scope 1 en 2 zijn overzichtelijk en nog goed te begrijpen maar bij scope 3 wordt het een stuk complexer. In deze categorie vallen de emissies die voortkomen uit de gehele levenscyclus van producten en diensten die een bedrijf koopt, vervaardigt of verkoopt. Dit betekent dat deze emissies plaatsvinden buiten het bedrijf, door partijen waarmee een bedrijf samenwerkt, zoals leveranciers, vervoerders, klanten en consumenten.
Scope 3 emissies gaan over de volledige levenscyclus van een product of dienst, van de productie van grondstoffen tot het gebruik en de verwerking van producten door de consument.Het verzamelen van gegevens en het verminderen van emissies in scope 3 kan behoorlijk uitdagend zijn. Dat komt doordat een bedrijf deze activiteiten niet direct beheert. Toch zijn Scope 3-emissies onlosmakelijk verbonden met de bedrijfsvoering en vormen ze vaak verreweg het grootste deel van de milieu-impact van een bedrijf.
Stroomopwaarts en stroomafwaarts
Scope 3-emissies vallen onder de hele waardeketen en worden vaak opgedeeld in twee categorieën:
Stroomopwaarts: Emissies die plaatsvinden voordat een product of dienst jouw bedrijf bereikt. Dit zijn bijvoorbeeld aangekochte producten, grondstoffen of diensten door leveranciers. Het gaat dan om de totale uitstoot die deze producten op diensten met zich meebrengen bij de productie ervan.
Het gaat dan om de totale uitstoot die deze producten op diensten met zich meebrengen bij de productie ervan.
Stroomafwaarts: Emissies die plaatsvinden nadat een product of dienst een bedrijf heeft verlaten. Dit gaat bijvoorbeeld over het energieverbruik van een product tijdens de gebruiksfase, het onderhoud, transport en de verwerking van afval na consumptie.
Vaak valt meer dan 90 procent van de uitstoot onder scope 3
De Scope 3-emissies hebben een enorme omvang omdat ze betrekking hebben op de hele levenscyclus van een product of dienst. Veel bedrijven besteden grote delen van hun productie, transport en distributie uit. Hierdoor ontstaan emissies die niet direct zichtbaar zijn binnen de operationele processen van het bedrijf zelf, maar wel onderdeel uitmaken van de waardeketen. Stroomafwaartse emissies, zoals het energieverbruik van een verkocht product of de verwerking ervan na gebruik, kunnen aanzienlijk zijn. In sectoren zoals technologie, retail en voedselproductie valt meer dan 90 procent van de totale CO2-uitstoot vaak onder Scope 3.
Waarom scope 3 emissies berekenen
- Krijg een volledig beeld van de koolstofvoetafdruk van je bedrijf
- Voldoen aan de strenge eisen van het CSRD of de EU Taxonomy
- Creëer een solide, gegevensgestuurde duurzaamheidsstrategie
- Kom tot de kern van je milieu-impact
- Bespaar energie en kosten en bouw een groene reputatie op
Meten is weten. Scope 3-emissies zijn onmisbaar om een volledig beeld te krijgen van de CO2-voetafdruk van een bedrijf. Zonder deze emissies te meten, blijft een groot deel van de klimaatimpact onzichtbaar. Dit kan leiden tot minder goede duurzaamheids strategieën en het missen van mogelijkheden om echt je uitstoot te reduceren. Bedrijven die inzicht hebben in Scope 3 kunnen daarom veel gerichter werken aan verduurzaming en een integraal plan opstellen om emissies binnen de gehele waardeketen te verminderen.
Door Scope 3-emissies te meten, kunnen bedrijven niet alleen hun CO2-voetafdruk verminderen, maar ook transparantie bieden richting klanten en investeerders. Bovendien kunnen bedrijven daardoor inspelen op nieuwe verplichtingen, regelgeving en marktverwachtingen.
Zo is de berekening van scope 3 emissies een essentieel onderdeel van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD), de duurzaamheidsrapportageverplichting van de EU die uiteindelijk voor de meeste bedrijven zal gelden. Ook de taxonomie van de EU, het classificatiesysteem dat bepaalt welke economische activiteiten als duurzaam worden beschouwd en dus groene investeringen kunnen aantrekken, vereist een zo volledig mogelijk beeld van de CO2-uitstoot, inclusief Scope 3.
Bedrijven die nu al investeren in het meten en reduceren van deze emissies, lopen voorop in duurzaamheid en voldoen aan de verwachtingen van klanten, investeerders en NGO’s.
Het berekenen van scope 3 kan een uitdaging zijn, maar ook een kans om een substantiële bijdrage te leveren aan het verminderen van de impact op het klimaat. Door deze emissies aan te pakken, kunnen bedrijven niet alleen hun impact op het milieu verminderen, maar ook efficiënter werken, kosten besparen en werken aan een groene reputatie, allemaal op basis van de juiste gegevens.
Voorbeelden van Scope 3-emissies
- Totale uitstoot als gevolg van de productie van ingekochte grondstoffen van leveranciers zoals metaal, katoenen stoffen, kunststoffen of andere materialen.
- Emissies van transportbedrijven die producten naar klanten vervoeren.
- Energieverbruik van producten tijdens de gebruiksfase, zoals het stroomverbruik van elektronische apparaten.
- Methaanemissies of andere emissies van afvalverwerking na consumptie.
Raadpleeg voor een volledig overzicht van scope 3-categorieën de technische richtlijnen van het GHG-protocol voor de berekening van scope 3-emissies.
Scope 3-emissies berekenen
Het berekenen van Scope 3-emissies is complex, omdat het de volledige waardeketen van een bedrijf omvat, van leveranciers tot het gebruik en de uiteindelijke verwerking van producten. Dit vereist gedetailleerde gegevens over elke fase in de levenscyclus van een product of dienst. Er zijn verschillende methoden om Scope 3-emissies te berekenen, maar de basisstappen zijn als volgt:
- Emissiebronnen identificeren: De eerste stap is het identificeren van de verschillende emissiebronnen in de waardeketen. Dit kan productie, transport, gebruik en afvalverwijdering omvatten.
- Gegevens verzamelen: Dit is vaak de meest tijdrovende stap. Er moeten gegevens worden verzameld van leveranciers, logistieke partners en andere belanghebbenden. Dit kan ook informatie omvatten over het energieverbruik van producten in hun gebruiksfase.
- Emissiefactoren toepassen: Emissiefactoren geven aan hoeveel CO2 er wordt uitgestoten per eenheid van een bepaalde activiteit (bijvoorbeeld per kilometer transport of per ton geproduceerde grondstof). Je kunt deze emissiefactoren vinden in databases zoals GHG Protocol, Defra (Department for Environment, Food & Rural Affairs), Ecoinvent, Simapro en Science Based Targets Initiative (SBTi)
- Berekeningen maken: Door de verzamelde gegevens te combineren met emissiefactoren kan de totale Scope 3-emissie worden berekend. Deze berekeningen geven inzicht in de omvang van indirecte emissies.
- Analyseren en rapporteren: Nadat de emissies zijn berekend, kunnen ze worden geanalyseerd om te zien waar de grootste kansen voor reductie liggen. Deze informatie kan vervolgens worden gedeeld met stakeholders en investeerders.
Tijdrovend
Het berekenen van scope 3 emissies kan behoorlijk tijdrovend en complex zijn. Flink wat uren gaan zitten in het verzamelen van gedetailleerde gegevens bij bedrijven, leveranciers, logistieke partners en andere stakeholders. Ook kunnen de gegevens van derden in sommige gevallen onduidelijk of moeilijk toegankelijk zijn. Het is daarom van belang op tijd te beginnen met data verzamelen en een systeem op te zetten.
Wij hebben expertise in het berekenen van Scope 3 emissies en bieden bedrijven ondersteuning bij het verzamelen van de juiste gegevens, het toepassen van emissiefactoren en het rapporteren van de resultaten.
Tools voor het berekenen van Scope 3 emissies
Het berekenen van scope 3 emissies is onderdeel van veel verschillende oplossingen die wij aanbieden. Zo speelt scope 3 een hele belangrijke rol in levenscyclusanalyse, of kortweg LCA, die wij al voor veel bedrijven hebben gemaakt. Via een LCA berekenen we de brede milieu impact van een product, van “wieg tot graf”. Ook bij een Carbon Footprint maken we gebruik van een scope 3 berekening en berekenen we de totale CO2-uitstoot van een bedrijf of product.
Bedrijven met een groot productfolio helpen we eerst op weg bij het selecteren van de belangrijkste producten. Zo maken we van een enorm grote uitdaging die scope 3 kan zijn, behapbare en overzichtelijke projecten.
Onze ervaren LCA experts hebben al vele producten en diensten beoordeeld in sectoren zoals IT, bouw(materialen), financiële instellingen, landbouw, mode, kunststoffen, maritieme oplossingen en nog veel meer.
Door samen te werken met Hedgehog Company kunnen bedrijven de complexiteit van Scope 3 vereenvoudigen en de nodige stappen zetten richting een duurzamer bedrijfsmodel.
Wil je meer weten, neem dan contact op met onze experts