Scope 1 broeikasgasemissies
Scope 1 houdt rekening met alle directe emissies van bedrijfsmiddelen. Dit zijn de emissies die vrijkomen in je eigen gebouw door verwarming, je wagenpark en productiegerelateerde activiteiten. De meeste van deze emissies ontstaan door de verbranding van aardgas, diesel of benzine. Bij sommige productieprocessen komen broeikasgassen vrij (zoals methaan), of zijn er koel- of airconditioningsystemen die koelmiddelen lekken.
Reductie van scope 1 broeikasgasemissies
- Voer een nulmeting uit met de Hedgehog carbon tool: Begin met het beoordelen van je huidige Scope 1-emissies. Identificeer en kwantificeer de bronnen van directe emissies binnen jouw organisatie, zoals brandstofverbranding van voertuigen in eigendom of lease, emissies van productieprocessen of emissies van stroomopwekking op locatie.
- Bepaal reductiedoelen: Stel specifieke, meetbare, haalbare, relevante en tijdgebonden (SMART) doelen op voor het verminderen van uw Scope 1-emissies. Houd bij het bepalen van realistische doelen rekening met factoren zoals je bedrijfssector, beschikbare technologieën en financiële haalbaarheid. Controleer ook of er in jouw land subsidies beschikbaar zijn voor koolstof- en energiereductiemaatregelen. In Nederland kun je bijvoorbeeld de EIA- en MIA-lijsten raadplegen.
- De energie-efficiëntie verbeteren: Energie-efficiënte maatregelen implementeren om het brandstofverbruik en de uitstoot te verminderen. Dit kan het optimaliseren van verwarming, ventilatie en airconditioning (HVAC) systemen omvatten, het upgraden van apparatuur naar efficiëntere modellen en het implementeren van energiebeheersystemen.
- Overschakelen op schonere brandstoffen: Onderzoek alternatieven voor koolstofrijke brandstoffen. Overweeg om voor je verwarming, koeling en productieprocessen over te schakelen op emissie arme of hernieuwbare energiebronnen, zoals aardgas, biobrandstoffen of elektriciteit uit hernieuwbare bronnen.
- Schone technologieën invoeren: Integreer schonere en efficiëntere technologieën in je activiteiten. Denk aan het upgraden van apparatuur met geavanceerde emissie controletechnologieën, of het implementeren van proces aanpassingen om de uitstoot te verminderen.
- Beheer je wagenpark: Als je bedrijf een wagenpark heeft, optimaliseer dan de efficiëntie door zuinige voertuigen te gebruiken, eco-rijden onder chauffeurs te promoten en regelmatig onderhoud aan voertuigen te plegen zodat alles optimaal functioneert.
- Het afvalbeheer verbeteren: Ontwikkel effectieve afvalbeheerpraktijken om de uitstoot van afvalverwijdering tot een minimum te beperken. Overweeg recycling, compostering of de omzetting van afval in energie als alternatieven.
- Investeer in hernieuwbare energie op locatie: Installeer ter plekke hernieuwbare energiesystemen, zoals zonnepanelen of windturbines, om schone elektriciteit op te wekken voor je activiteiten. Dit kan de uitstoot van netstroom compenseren en op termijn kostenbesparingen opleveren.
- Betrek medewerkers en verhoog het bewustzijn: Stimuleer een cultuur van duurzaamheid binnen jouw organisatie. Informeer werknemers over het belang van emissie reductie en moedig hun deelname aan energiebesparende initiatieven aan. Implementeer stimulerings- of erkenningsprogramma's om werknemers te motiveren bij te dragen aan emissiereductie-inspanningen.
- Bewaak en rapporteer de voortgang: Zet een systeem op om je emissies regelmatig te controleren en te meten. Zo kun je je voortgang met betrekking tot de reductiedoelstellingen bijhouden, verbeterpunten identificeren en je betrokkenheid aan belanghebbenden tonen door middel van transparante rapportage.
Vergeet niet dat elk bedrijf uniek is en dat de specifieke maatregelen die je kunt nemen om je Scope 1 emissies te verminderen afhankelijk zijn van je branche, activiteiten en beschikbare middelen. Overweeg deskundig advies in te winnen of in zee te gaan met duurzaamheidsadviseurs om strategieën op maat te maken die aansluiten bij de doelen en mogelijkheden van jouw organisatie.