Via een EPD kun je als organisatie over je milieu-impact communiceren, zonder dat je bedrijfs- of productspecifieke informatie deelt. Er bestaan verschillende types EPD’s, en deze hebben allemaal eigen kenmerken en vereisten. Welke type EPD je kiest, hangt af van welk einddoel jij, of een ketenpartner die je om deze EPD vraagt, voor ogen hebt. In dit artikel lees je meer over de types I, II en III EPD.
Hieronder zetten we eerst kort de verschillende types, met hun belangrijkste kenmerken, op een rijtje:
Type I EPD (ISO 14024) – bijvoorbeeld: het EU Ecolabel of Energy Star):
- Gecertificeerd door een derde partij: Deze labels worden toegekend door een onafhankelijke organisatie, na verificatie van de milieuclaim
- Kijkt naar verschillende milieu-criteria: Producten moeten voldoen aan specifieke milieucriteria in verschillende categorieën (zoals energie-efficiëntie, emissies, etc.)
- Vrijwillige certificering: Bedrijven kiezen er zelf voor om hun producten te laten certificeren. Je ziet deze labels vaak op consumentenproducten
Type II EPD (ISO 14021) – zelfverklaarde milieu-claim:
- Geen verificatie door een derde partij: Bedrijven verklaren zelf (bijvoorbeeld op basis van een LCA) dat hun producten aan bepaalde milieuprestaties voldoen
- Enkelvoudig milieu-criterium: Vaak is dit type milieuclaim gericht op één milieufactor, zoals recyclebaarheid of gemaakt van gerecycled materiaal
- Risico op greenwashing: Omdat het zelfverklaard is, is er een grotere kans dat bedrijven kunnen overdrijven of misleidende claims kunnen maken
Type III EPD (ISO 14025) – verklaringen op basis van volledige levenscyclusanalyse (LCA):
- Geverifieerd door een derde partij: Net als bij type I vindt een onafhankelijke verificatie plaats.
- Gebaseerd op een levenscyclusanalyse (LCA): Dit type EPD gebruikt gegevens van een voorafgaande LCA om gedetailleerde, gekwantificeerde informatie te geven over de milieu-impact van een product over de gehele levenscyclus
- Uitgevoerd volgens vast-staande product-categorie-regels (PCR's): Deze regels specificeren per product-categorie hoe een LCA uitgevoerd moet worden en welke informatie moet worden opgenomen in het LCA-rapport.
Verdere uitleg over de verschillende types
Senior LCA-expert Rik Wessels vertelt je hieronder meer over de verschillende types EPD.
Rik: “Een type I EPD is een label of keurmerk zoals het Europese Eco-Label. Dit type EPD is gebaseerd op algemene milieu-standaarden, zoals energieverbruik, het is namelijk niet verplicht om een LCA te laten opstellen.
Type II EPD’s zijn vaak wel op een LCA gebaseerd, en de EPD is een samenvatting van deze resultaten, zonder dat je daarbij je bedrijfs- of product gevoelige informatie deelt. De EPD kan waardevol zijn voor bijvoorbeeld je communicatie. Maar dit type is een zelf gedeclareerde EPD, er volgt dus geen verificatie of opname in een officiële EPD-database.
Dat is wel het geval bij type III, waar de EPD ook op basis van een LCA gemaakt wordt. En deze LCA moet door een derde partij geverifieerd zijn. Dit betekent een extra tijdsinvestering ten opzichte van een type II EPD, maar zo verhoog je wel de kwaliteit en robuustheid van je EPD.
Type III EPD’s kun je toevoegen aan een EPD-database. Elke program-operator, de beheerder van deze database, heeft een gestandaardiseerd format waar je de EPD in kunt aanleveren. Bij deze stappen komen kosten kijken, maar zorgt er dus wel voor dat je EPD, en je product, in deze database vindbaar zijn.
Hoe kies je het juiste type EPD?
“Elk type Environmental Product Declaration (EPD) heeft eigen voorwaarden en kenmerken, en daarmee doeleinden waar je deze EPD voor kunt inzetten. Welke je kiest, is dus ook afhankelijk van wat je als bedrijf met de EPD wilt bereiken. Als wij een EPD voor een organisatie maken gaan we daarom altijd in gesprek om samen te achterhalen welk type EPD het beste aansluit.
In sommige sectoren, zoals de bouw, is een type III EPD gangbaar of zelfs de standaard. Omdat bedrijven hier bij tenders en aanbestedingen, of het opstellen van een MKI, op terugvallen.
De type II EPD is minder volledig dan een type III EPD. Niet alle impactcategorieën hoeven namelijk meegenomen te worden. Dit kun je zowel als een voordeel of een nadeel zien; afhankelijk van wat je over je product wilt weten. Soms heb je aan een aantal categorieën voldoende, soms wil je de milieu-impact in alle categorieën weten.
En een type II EPD is dus niet geverifieerd; je doet zelf een uitspraak over je eigen product. Dat is natuurlijk minder objectief dan als er een derde partij naar kijkt. Dus je zou vragen kunnen krijgen over de betrouwbaarheid. Bij een type III EPD heb je die zekerheid wel.
Maar soms komt het voor, bijvoorbeeld voor hele specifieke producten, dat er nog geen geschikte program-operator (beheerder van de database) in de markt aanwezig is, of er nog geen geschikte rekenregels of product-categorie-regels zijn opgesteld. Dan heb je als bedrijf niet zo veel te kiezen, en kom je snel uit op een zelf gedeclareerde, type II EPD.”
Lees meer informatie over EPDs in ons artikel https://www.hhc.earth/knowledge-base/what-is-an-epd
Of lees hier over de ervaring van onze klant HAHN: https://www.hhc.earth/knowledge-base/client-interview-hahn-plastics-their-experience-of-the-lca-epd-process