Terug naar nieuws
Terug naar de kennisbank

Er is meer dan CO2: een overzicht van impact categorieën

Bij het uitvoeren van een levenscyclusanalyse (LCA) wordt rekening gehouden met veel verschillende effecten op het milieu. Deze verschillende effecten worden gegroepeerd in wat wij "impactcategorieën" noemen.

Het milieu is een breed begrip. Je hebt waarschijnlijk wel eens gehoord van CO2, oftewel koolstofdioxide. Maar er zijn veel meer emissies, sommige minder bekend, maar niet met minder impact op het milieu. Stikstof is er bijvoorbeeld één, stikstof veroorzaakt veel problemen voor de Nederlandse samenleving. 

Bij het uitvoeren van een levenscyclusanalyse (LCA) wordt rekening gehouden met veel verschillende effecten op het milieu. Deze verschillende effecten worden gegroepeerd in wat we "impact categorieën" noemen. De meest bekende is de opwarming van de aarde of klimaatverandering. Deze effectcategorie groepeert alle broeikasgassen (zoals koolstofdioxide, methaan en lachgas) die bijdragen aan klimaatverandering. De eenheid die wordt gebruikt om ze uit te drukken is CO2-equivalenten. 

Maar er is ook zoiets als de ozonlaag, er is de gezondheid van onze bodem en bijvoorbeeld de uitputting van hulpbronnen. Dit zijn allemaal aparte impactcategorieën. 

Lees meer over de andere impact categorieën en hoe daarmee om te gaan. Voor een samenvatting van LCA, ga hierheen.

 

Wat zijn impactcategorieën

Impact categorieën worden soms ook indicatoren genoemd. Het zijn bepaalde emissies, gegroepeerd in één categorie. Indicator is echter een algemeen woord dat verwijst naar een signaal. Zo zijn broeikasgasemissies indicatoren van de opwarming van de aarde. Elke effectcategorie heeft dus zijn eigen gedefinieerde indicatoren.

 

Elke impact categorie vertegenwoordigt een specifiek milieuthema, of plaats in het ecosysteem. In de fase van de levenscycluseffectbeoordeling (LCIA) worden de gegevens van de levenscyclusinventarisatie (LCI) vertaald naar het effect ervan op verschillende milieuthema's. Bij effectbeoordeling gaat het erom rekening kunnen houden met de werkelijke effecten op mensen, ecosystemen en hulpbronnen. Terwijl in de inventarisatiefase alleen de hoeveelheden zoals tonnen emissies of liters brandstof bijhoudt.

 

Bijvoorbeeld: om een bepaald product te produceren heeft u aardgas nodig. De hoeveelheid gebruikte m3 aardgas komt uit je inventarisatie (LCI). Bij de verbranding van aardgas komt onder andere CO2 vrij. In de LCIA-fase wordt het klimaateffect van de CO2-uitstoot op de opwarming van de aarde uitgedrukt en berekend.

 

Verschillende LCIA-methoden

Er bestaan verschillende effectbeoordelingsmethoden, die leiden tot verschillende effectcategorieën. Enkele algemeen bekende zijn bijvoorbeeld CML-IA (basis voor EN15804), Product Environmental Footprint (PEF) of ReCiPe. 

Maar sommige effectcategorieën - die in meerdere effectbeoordelingsmethoden aan bod komen - zijn gebaseerd op dezelfde bron. Dit is bijvoorbeeld het geval met klimaatverandering of Global Warming Potential (GWP). In de meeste LCIA-methoden is dit gebaseerd op onderzoek van het IPCC. 

De onderstaande tabel toont alle effectcategorieën volgens de Environmental Footprint (EF)-methode.

Midpoints en endpoints

LCIA kan op verschillende niveaus worden uitgevoerd. Midpoint-indicatoren - zoals die in de tabel - bevinden zich in het midden van de oorzaak-gevolgketen. Wanneer de effectbeoordeling is gebaseerd op midpoint-effectindicatoren, worden de inventarisatieresultaten samengebracht in groepen stofstromen die kunnen bijdragen aan hetzelfde milieueffect. Midpoints beschrijven het effect op de verschillende milieuthema's afzonderlijk, zoals klimaat, aantasting van de ozonlaag etc.

 

De schade van alle midpoints samen kan dan worden berekend tot endpoints, ook wel beschermingsgebieden genoemd. Hier worden midpoints gecombineerd tot één maatstaf voor schade, vaak voor drie algemene gebieden: schade aan de menselijke gezondheid, schade aan ecosystemen (verlies aan biodiversiteit) en uitputting van hulpbronnen. Deze endpoints zijn gemakkelijker te begrijpen en te communiceren, maar minder nauwkeurig. 

 

Niet elke effectbeoordelingsmethode beschikt over endpoints. Van de drie in dit artikel genoemde methoden beschikt alleen ReCiPe daarover.

Wie is je publiek?

ISO 14044 - de norm die de richtlijnen geeft voor LCA's - geeft enkele eisen en aanvullende aanbevelingen voor de keuze van de juiste impactcategorieën. Er staat bijvoorbeeld dat de keuze van de impactcategorieën moet garanderen dat zij:

 

- Zijn niet overbodig en leiden niet tot dubbeltellingen

- Belangrijke effecten niet verhullen

- Zijn volledig

- Traceerbaarheid mogelijk maken

 

Verder stelt de ISO enkele aanvullende verplichte criteria vast. Ten eerste moet de lijst van effectcategorieën in overeenstemming zijn met het doel en de reikwijdte van de studie. Wanneer je bijvoorbeeld een volledige milieubeoordeling uitvoert, kun je je niet concentreren op één enkele effectcategorie.  

Ten tweede moeten de geselecteerde effectcategorieën volledig zijn als het gaat om de milieuproblemen in verband met het bestudeerde productsysteem. Potentiële milieuproblemen van je product moeten dus worden weergegeven door een effectcategorie. 

Ten derde moet de selectie goed worden gedocumenteerd, met verwijzingen naar alle informatie en bronnen. Dit wordt aangepakt door het schrijven van een LCA-rapport, volgens ISO 14044 en ISO 14040.

 

Externe factoren

Natuurlijk zijn er externe factoren die de keuze voor een bepaalde reeks effectcategorieën beïnvloeden en bepalen. Een voor de hand liggende factor is de beschikbaarheid van de LCIA-methode in de versie van de gebruikte LCA-software. 

Andere externe factoren voor deze keuze zijn onder meer: eisen die voortvloeien uit het vastgestelde doel, eisen van de opdrachtgever van een LCA, vaste eisen, bijvoorbeeld voor milieuproductverklaringen (EPD's) of productmilieuvoetafdrukken (PEF's) of uit onderliggende sectorale productcategorieregels (PCR's).

Normalisatie en weging

Bij het uitvoeren van een LCA zijn normalisatie en weging optionele stappen volgens ISO 14044. Normalisatie en weging maken het mogelijk uw LCA-resultaten uit te drukken door de resultaten samen te voegen tot één score, waarbij aan de verschillende milieueffecten een verschillend gewicht wordt toegekend.

 

Voor het PEF wordt een wegingsmethode ontwikkeld. Weging geeft een wegingsfactor aan elke emissie- of effectcategorie en drukt het totale effect uit in één enkele eenheid. 

De Nederlandse Milieuprestatiebeoordelingsmethode - de LCA-regels voor de Nederlandse bouw, gebaseerd op EN15804 - kent één score die momenteel veel wordt gebruikt bij aanbestedingen. Het heet de Milieukostenindicator (ECI) en drukt het totale milieueffect uit in geldwaarde: euro.

Lees hier meer over LCA
Lees hierLees hierLees hierLees hier
Dit artikel is geschreven door:
Saro
Saro
Mede-oprichter
Stuur e-mailLinkedInBoek een vergadering
Dankjewel! Je bericht is ontvangen!
Oeps! Er ging iets mis bij het verzenden van het formulier.